Onze diverse Belgische eventsector
Van kermis over party of festival tot professionele evenementen, elke dag is wel ergens een op- of afbouw van een tijdelijke event-setting lopende. De vraag die de organisator zich moet stellen is of de site onder het toepassingsgebied van de wetgeving voor Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen (TMB) valt (KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen).
Bepalend hiervoor zijn de werken die worden uitgevoerd. Vermits de regelgeving terminologie eigen aan de bouwsector gebruikt, is het voor een eventorganisator niet altijd duidelijk dat ‘montage en demontage’ slaat op alle tijdelijke constructies, en/of dat ‘inrichtings- en uitrustingswerken’ alle werken omvatten op en rond de beursstand, podium of voor de inrichting van de eventlocatie.
Coördinatieplicht
Elke leverancier die als contractor werken uitvoert kent de risico’s van het eigen werk en kreeg daarvoor intern al preventiemaatregelen mee. Hoe dan ook is het de verantwoordelijkheid van de organisator-opdrachtgever zich hiervan te verzekeren, zodra deze contractoren in zijn opdracht komen werken. Denken we hier aan een event op de bedrijfssite waar met derden wordt gewerkt op de werkvloer van de eigen werknemers. Maar indien er bovendien risicovolle werken worden uitgevoerd door meerdere contractoren gelijktijdig of opeenvolgend, spelen de verplichtingen van TMB.
De eindverantwoordelijkheid over alle werken op de site of werf, ook deze uitgevoerd door de contractoren, ligt bij de eventorganisator. Een veiligheidscoördinator dient te worden aangesteld voor het ontwerp van de site en voor aanvang van de werken, zodat deze veilig kunnen verlopen.
Basisveiligheidsopleiding
Sinds 15 april 2023 is een basisveiligheidsopleiding verplicht voor iedereen op de TMB die werkzaamheden verricht om de tijdelijke constructie of inrichting te realiseren. Doel is een basiskennis te verzekeren van:
- de actoren op TMB en hun taken en verantwoordelijkheden;
- de algemene preventiebeginselen en passende veiligheidsmaatregelen;
- de risico’s van het eigen werk en dat van anderen bij gelijktijdig of opeenvolgende werken;
- het organiseren en de communicatie voor efficiënte samenwerking;
- het inzicht in en toepassen van veilig en gezond gedrag.
Voor nieuwe werknemers was dit onmiddellijk van kracht, voor deze reeds werkzaam op een TMB na een overgangsperiode, vanaf 15 april 2024. De opleiding dient gevolgd te zijn voor aanvang van het werk of binnen de maand. Indien in afwachting toch al wordt gewerkt dient de nodige informatie over de risico’s en preventiemaatregelen te worden gegeven, waarvan moet worden aangetoond dat het ontvangen en begrepen is. Indien de medewerker niet regelmatig op een TMB werkt is herhaling van opleiding nodig.
Verworven kennis of ervaring aantonen
Deze opleiding van minstens 8 uren moet worden verstrekt door een organisatie met bewezen kwaliteit. Dat hoeft niet noodzakelijk door middel van een kwaliteitslabel zoals ISO te zijn. Het kwaliteitsborgingssysteem moet gedocumenteerd zijn en toegepast worden. Er dient een degelijke opvolging en controle, borging en verbetercyclus aantoonbaar te zijn.
Een vrijstelling van de opleiding is mogelijk indien de medewerker beschikt over een attest van een andere opleiding met minstens de door de wet bedoelde inhoud, bijvoorbeeld VCA-attesten of sectoropleiding. Omgekeerd vervangt de basisopleiding niet andere verplichte specifieke opleidingen.
Zelfstandigen kunnen zich beroepen op het vermoeden van kennis door 5 jaren ervaring met werken op een TMB gedurende de afgelopen 10 jaren aan te tonen. Hiervoor bestaat geen attest maar dit kan aan de hand van sociale documenten of de inschrijving KBO. Een eenvoudige verklaring volstaat niet.
… ook voor leveranciers en de poetsdienst?
De basisveiligheidsopleiding is verplicht voor ieder die rechtstreeks betrokken is bij de werken, waarbij de interactie met de andere aanwezige partijen bepalend is. De leverancier die materiaal aan de poort levert of de crew die schoonmaakt nadat de werken zijn afgerond, worden niet beoogd. Indien deze leverancier het materiaal binnen brengt en lost/laadt op de werkvloer of plaatst, en de opruimcrew al bezig is terwijl er nog wordt gewerkt, dienen deze wel opgeleid te zijn.
Zaakvoerders en werkgevers die meewerken en freelancer alsook buitenlandse werkkrachten dienen opgeleid te zijn. Ook een aantal statuten die met werknemers worden gelijkgesteld worden opgeleid: stagiairs, leerlingen beroepsopleiding, leercontract of duaal leren, jobstudenten, uitzendkrachten en alle personen die, anders dan met een arbeidsovereenkomst, werken onder gezag.
Wat met de vrijwilligers?
Gelet op het grote aantal vrijwilligers ingeschakeld op tal van onze evenementen, is een veelgestelde vraag of zij de basisveiligheidsopleiding dienen te volgen. De hamvraag hier is niet het statuut maar de relatie met de organisator-opdrachtgever en de taken die ze uitvoeren op de TMB.
De vrijwilliger die werkt onder leiding en toezicht wordt gelijkgesteld met een werknemer en zal aldus opgeleid dienen te worden. Vanaf wanneer er sprake is van een gezagsrelatie dient de organisator in te schatten aan de hand van de mate van aansturing en controle en de vrijheid in keuze van taken en uren. Vrijwilligers betrokken bij het bouwen gebruik makende van arbeidsmiddelen dienen veilig samen te werken waarvoor leiding en toezicht noodzakelijk zijn.
De ‘echte’ vrijwilliger valt niet onder het toepassingsgebied van de welzijnswet en is daarom niet verplicht opgeleid te worden. Helpen deze medewerkers op de TMB terwijl nog risicovolle werken worden uitgevoerd, dan zegt logisch inzicht dat ze minstens goed geïnformeerd moeten worden over de mogelijke risico’s de werken door anderen met zich mee kunnen brengen.
Veiligheid vraagt expertise
Wie de taak van veiligheidscoördinator uit dient te voeren wordt bepaald door factoren als oppervlakte van de werf, de taken met verhoogd risico of omvang van de werken in mandagen of aantal medewerkers gelijktijdig. Ervaring en/of de specifieke vorming tot veiligheidscoördinator (VC) is vereist.
De VC dient immers in staat te zijn de risicoanalyse en preventiemaatregelen in een Veiligheids- en Gezondheidsplan te documenteren en deze toe te laten passen op de werf. Buiten de regels over het gebruik van arbeidsmiddelen, van ladder tot hoogwerker, dient hij rekening te houden met normen over stabiliteit en stevigheid, gebruikte materialen, ventilatie en verlichting, sanitair… tot brandpreventie en bijhorende attesten, vluchtwegen en voorwaarden voor (nood)deuren en poorten, EHBO, communicatie en opleiding of informatie op de werkvloer. Bij beurshallen gelden nog de regels per beurslocatie (deze vervangen de wettelijke bepalingen niet), bij tribunes de gewestelijke milieuwetgeving en bij elke organisatie ook de lokale regelgeving.
Veiligheid is een prioriteit
Zoals eerder aangehaald dient de organisator-opdrachtgever te controleren en verzekeren dat voorgaande wordt gerealiseerd. Overleg met de lokale overheid en andere diensten is vereist want ook voor het publiek geldt een verantwoordelijkheid. Het veiligheidsluik wordt helaas nog te vaak onderschat waardoor er onvoldoende aandacht, tijd en budget wordt voorzien. Het is meer dan een loutere verplichting. Sensibilisering is nodig.
Uiteraard zijn we als event professionals voorstander van veilig werken. Preventieve veiligheidsmaatregelen dienen niet enkel nageleefd te worden omdat het moet, maar omdat ieder toch ook veilig en correct wil werken. Ongevallen vermijden en zo ook bijdragen tot een professionalisering van de event sector, daar gaan we voor!
Je kan de presentatie die onze safety & security expert Pascale Wienk hierover heeft gegeven tijdens Eventure op 19 december 2024 hier downloaden.
—
Foto: 360 Solutions (2024)